Een Romeinse brug bij Cuijk

Voor de kanalisatie van de Maas klaagden vissers over de obstakels bij Cuijk. In 1992 is vast te komen staan dat in de rivier heipalen en stenen liggen van een Romeinse brug. De brug bij Cuijk vormde in de vierde eeuw na Christus een belangrijke schakel in de verdediging van het Romeinse Rijk.

 

Op basis van eerdere gegevens van onder anderen de Nijmeegse archeoloog, prof.dr.J. Bogaers, gingen leden van de stichting Mergor in Mosam in 1989 in de Maas te water. Hun ontdekkingen leidden tot een gericht onderzoek door de Afd. Archeologie Onder water (ROB) onder leiding van drs. B.Goudswaard. Omdat de voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk goed bewaarde resten worden bedreigd door erosie van de rivierbedding en door het scheepvaartverkeer, is in 1992 een grootscheepse campagne gestart, gefinancierd door de ROB, de betrokken provincies, gemeentes en het plaatselijke bedrijfsleven. De duikakties leidden tot de vondst van meer dan 100 eikehouten vierkant gekapte palen (2 tot 3 meter lang en 40 bij 40cm dik) die hier en daar 2 meter boven de bedding uitstaken. De palen waren aan de onderkant beschermd door een smeedijzeren punt, een paalschoen (afb.1). Verder bleken er concentraties van grote blokken kalksteen op de rivierbodem te liggen.

 

afb.1

 

De datering van de brug is vastgesteld tussen 300 en 400 jaar na Chr. Een paal was exact te dateren; het hout is gekapt in het jaar 364. De brug is op een soortgelijke manier geconstrueerd als een eerder onderzochte brug over de Moezel bij Trier. Zware palen werden als onderheiing in de bedding gedreven, waarna er zware stenen pijlers op werden gebouwd (afb.2). De gevonden blokken hebben zogeheten dookgaten. Die dienden om de stenen met ijzeren krammen aan elkaar te koppelen. De verbinding werd met lood overgoten. Metselspecie werd niet gebruikt.

 

 

 

Gezien de ver uiteenliggende dateringen van de palen, is de brug waarschijnlijk regelmatig hersteld. Het is niet uitgesloten dat hij tot in de vroege middeleeuwen een rol heeft gespeeld; zowel Cuijk als het gebied aan de noordelijke oever tussen Mook en Gennep werden in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen intensief bewoond. Wanneer de Cuijkse brug is gesloopt, is niet bekend. In ieder geval heeft niemand meer de Maas op deze plaats overspannen.

Het zicht onder water in de Maas varieert tussen de 50 en 200cm. Het is daarom niet eenvoudig om te tekenen en metingen te verrichten. Zodoende wordt er dan gebruik gemaakt van het computerprogramma webit. Er worden door ons cursussen gegeven over deze methode van meten onder water en de verwerking van de resultaten met dit programma.

 

Bronnen
1. Joost Mioulet / Carin Barten: ‘De Romeinse brug
tussen Cuijk en Middelaar; Van ontdekking tot reconstructie’,
Uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1994
2. B. Goudswaard, R.A.C. Kroes, H.S.M. van der Beek:
‘The late Roman Bridge at Cuijk’ in Berichten van de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
nr. 44
3. Harry van Enckevoort en Jan Thijssen: ‘Cuijk, een
regionaal centrum in de Romeinse tijd’, Uitgeverij
Matrijs, Utrecht, 2002

 

 

Het bijeen brengen van vondsten van het Romeinse Maasbrug project.

 

Nadat jaren lang de vondsten van het RMB project door de gehele gemeente Cuijk gezworven hadden is daar nu een einde aangekomen. De amateur-archeologen en MiM uit Cuijk hadden zich al jaren ingezet voor een beter bescherming en opslag van deze vondsten. Een idee van de MiM werd door de wethouder voor archeologische zaken, mevr. Ingrid Kloosterman, voortvarend opgepakt. Dit behelsde het omvormen (op termijn) van de boerderij “De Bungelaar”, gelegen aan de Kraaijenbergse plassen, tot o.a. een archeologisch opslagdepot voor vondsten uit Cuijk.

Met medewerking van ontgronder Smals (eigenaar van de boerderij), Argeologic (archeologisch adviesbureau werkend voor de gem. Cuijk), de gemeente Cuijk en de MiM, zijn de vondsten nu bijeen gebracht in de schuur van de boerderij. Na overgebracht te zijn werden de stenen schoongespoten, zoveel mogelijk geïdentificeerd, op pallets geplaatst en naar binnen gebracht. Het betrof ongeveer 100 grote bouwfragmenten (van 250 tot 1000 kg) van de brug en een groot aantal kleinere. Het grootste gedeelte van de bouwfragmenten is afkomstig van het RMB project, een aantal van de uitdieping van de Maas in 1996 (Zandmaasproject) en een aantal stenen zijn geborgen door de MiM.  Verder zijn de houten palen nog liggend uit Cuijk geïdentificeerd en naar de schuur verplaatst. Als laatste werden vier viskisten met losse vondsten overgebracht. Wat nu nog rest is te achterhalen waar in Nederland nog 20 geconserveerde houten palen van de brug liggen, laatste identificatie van de stenen en een nieuwe nummering aanbrengen voor het depot. Er zijn een aantal bouwfragmenten in bruikleen bij museum Ceuclum te Cuijk.

Waarschijnlijk komen er ooit nog eens een 80-tal bouwfragmenten erbij. Deze liggen nu nog op de Maasbodem aan de Mookse zijde van de rivier en moeten nog verwijderd worden in het kader van de maaswerken.

                                     Steen met ring

   

 

 

 Lees meer over de Brug bij Cuijk in de rubriek Rapportages van de Nederlandse Bruggen Stichting